“De mens is een gewoontedier” wordt vaak gezegd. Dat geldt zeker als het gaat om houdingspatronen!
Het lichaam gaat van nature zuinig om met zijn energie, dus zoekt het altijd de makkelijkste weg. Als je bij het staan bijvoorbeeld makkelijker op jerechterbeen leunt, zul je dat ongemerkt steeds weer doen, omdat het lichaam dat het makkelijkste vindt. Waardoor het verschil tussen het rechter- en het linkerbeen alleen maar groter dreigt te worden.
Het is dus belangrijk dat je je eigen voorkeurspatronen leert kennen en hèrkennen. Pas dan kun je deze ook gaan veranderen. Variatie is hierbij het sleutelwoord: door vaker te veranderen van (zit)houding, of door dagelijkse handelingen op een andere manier uit te voeren, kun je voorkomen dat bepaalde spiergroepen overbelast raken en gewrichten “vast” gaan zitten.